Architectuur

Net als de andere textielfamilies worden de Ter Kuiles in de loop van de negentiende eeuw vermogend. Het geld dat verdiend wordt in de textiel wordt geïnvesteerd in (heide)grond om er vervolgens huizen of fabrieken op te bouwen. De meeste textielfabrikanten wonen tot begin 20ste eeuw in de stad Enschede, maar na verloop van tijd laten ze villa’s bouwen buiten de stad, zogenaamde buitenplaatsen.

Een deel van de gegevens op deze pagina is aangereikt door architectuur historicus Jan Willem van Beusekom. Jan Willem van Beusekom woont in Diepenheim met zijn partner Mara ter Kuile uit de Hanentak. Hij heeft – onder andere – in opdracht van de provincie Overijssel architectuur tussen 1850-1940 geïnventariseerd.

De Koelboer

De ter Kuile-architectuur begint met de Koelboer. Engelbert ter Kuile (1660-1748) heeft de boerderij ‘De Koelboer’ gebouwd, die nog steeds te zien is op de Alsteedseweg 50A in Haaksbergen. De boerderij werd gebouwd in 1728, zoals twee oude ijzeren haardplaten vertellen, waarin we de initialen van Engelbert ter Kuile en Hermken Lankheet aantreffen: Anno 1728 ETK en HLH.

De Marthalaan in Enschede

De hele Marthalaan in Enschede is genoemd naar de in 1901 geboren jongste dochter van mr. E.H.K.J. (Engelbert) ter Kuile, die de aanleg van de laan en het ontstaan van de fabrikantenwijk bevorderde. Het was een lange villalaan waarvan de grond vroeger toebehoorde aan het landgoed Het Wooldrik, dat in het bezit was van Hendrik Ter Kuile, de kantonrechter van Enschede. Het landgoed was toen groter dan wat we er nu van kennen, het Wooldrikspark. Het landgoed van Ter Kuile reikte toen tot aan de Velve en de rand van de Espoortstraat, ofwel de vroegere Gronausestraat. Rond 1887 werd door deze familie op dit landgoed een particuliere weg aangelegd vanaf de Gronauscheweg. Langs deze weg werden later een flink aantal prachtige villa’s gebouwd. Engelbert was de oudste zoon uit het gezin van het landgoed en trouwde met Lida Blijdenstein. Op haar 40ste beviel ze in 1901 van haar jongste dochter met de naam Margaretha Hermina [Martha]. Na een paar jaren vernoemde de gemeente in 1905 deze toenmalige particuliere straat naar het meisje en kreeg het de naam Marthalaan. De villa op de foto, met de naam Ravenhorst, werd rond 1908 gebouwd, om dan bewoond te worden door deze familie en dochter Martha. Deze laan groeide uit tot een ware ‘Ter Kuile-laan’, want op een gegeven moment waren er 6 villa’s bewoond door de familie ter Kuile.

Villa Ravenhorst in kleur met de tramlijn ernaast tussen 1908 en 1933

Marthalaan 10 Gebouwd in 1928 voor H.E. ter Kuile en J.C. ‘Toos’ ter Kuile – van Heek; Pietertak.

Marthalaan 29 gebouwd in 1929

Overige woonhuizen in Enschede

Hengeloschestraat 1, woonhuis van Pieter ter Kuile (1826-1898) en Hendrika Hermanna Cromhoff; stamvader van de Pietertak. Foto: collectie Guido ter Kuile.

 M.H. Tromplaan 37 gebouwd door Jan Hendrik ter Kuile (1848 – 1919). Foto: Martijn Gerritsen

Buitenplaatsen

In de 19e en begin 20e eeuw lieten veel textielfabrikanten een buitenplaats bouwen, vaak met een parkaanleg en soms ook een landbouwbedrijf. Op de buitenplaatsen konden ze ontspannen en genieten van de natuur. Vaak waren de buitenplaatsen ook investeringsobjecten. De fabrikanten kochten niet alleen grond voor een landhuis, maar investeerden ook in de ontginning van woeste gronden. De Nederlandsche Heidemaatschappij, opgericht te Arnhem in1888 door vooraanstaande industriëlen, speelde daar een actieve rol in met bijvoorbeeld het aanleggen van bossen. Daarnaast werden woeste gronden ontgonnen voor landbouw. Ook de familie Ter Kuile was actief in de bos- en landbouw. E.H.K.J. ter Kuile was een tijdlang voorzitter van de Nederlandsche Heidemaatschappij. B.W. ter Kuile dreef bij zijn landgoed Het Welna een veeteeltbedrijf met Friese koeien, een Hackney-merrie en een varkensfokkerij.


Het Smalenbroek is een landgoed aan de zuidzijde van Enschede, dat bestaat uit een historisch boerderijcomplex met herenkamer, een villa en landschapstuin. De geschiedenis gaat terug tot in het midden van de 14e eeuw. Van 1894 tot 1981 was het landgoed in handen van de fabrikantenfamilie Ter Kuile. Het werd eind 19e eeuw werd gekocht door M.E. ter Kuile. Deze gaf opdracht tot de bebossing van het perceel en de aanleg van een park met vijver in landschappelijke stijl, naar ontwerp van P.H. Wattez.